Welkom in het wilde Zambia
Het grootste gedeelte van Zambia is wild, onontwikkeld en ongerept. Daarnaast is Zambia is een van de waterrijkste landen van Afrika – met vijf meren, drie grote rivieren, 17 watervallen en verschillende moeras gebieden is er ten alle tijden voldoende water te vinden. Deze combinatie vormt de perfecte thuisbasis van ongelooflijke aantallen van Afrika’s meest gewaardeerde wilde dieren en buitengewone vogels.
Vandaag laten we het prachtige dierenrijk rond de magische Luangwa rivier achter ons en reizen verder naar het noorden van Zambia. Hier bevinden zich nog afgelegener gebieden dan waar we tot nu toe geweest zijn. Zit klaar om in het ‘echte Afrika’ te duiken en ervaar de ultieme puurheid, schoonheid en ongereptheid van noord Zambia.
Kapishya Hot Springs
We verlaten de Luangwa vallei en rijden in een auto met gids naar het noorden van Zambia. Na een goede dag rijden, zijn we wel even toe aan wat ontspanning. Die gaan we vinden bij de Kapishya Hot Springs! We verblijven hier de komende nacht in een kleinschalig lodge en gaan genieten van het heerlijke warme water. Helderblauw water komt omhoog van wel 7 kilometer diep, waardoor het water een temperatuur heeft van wel 40 graden Celsius. Er zijn verschillende kleine pools, gescheiden door een stenen muurtje waar je heerlijk kunt zwemmen en genieten van het thermische water. De omgeving is ook zeker de moeite waard om te bezoeken. Zo kan je gaan raften op de Mansha rivier terwijl je langs het altijd groenblijvende landschap vaart. Voor degene die liever droog blijven, kan je een bezoek brengen aan recent ontdekte rotsschilderingen, die ongeveer 60.000 jaar oud zijn. Een fantastische plek en oase om even tot rust te komen. Geniet met een sundowner van de zonsondergang – hier kun je toch nooit genoeg van krijgen?!
Lake Bangweulu
We vervolgen onze reis naar het westen en na een flink stuk rijden komen we aan bij een heel bijzondere plek; Lake Bangweulu met zijn omliggende moerasgebied. Hier verblijven we de komende dagen in een lodge in het midden van de swamp van waaruit we dit prachtige gebied en zijn bijzondere bewoners gaan verkennen.
Bangweulu betekend ‘where the water meets the sky’, vrij vertaald waar het water de lucht ontmoet. Als je over het Bangweulu meer kijkt, lijkt het grijsblauwe water in de horizon te verdwijnen; het blend volledig samen met de kleuren van de lucht, wat het dus moeilijk maakt om te zeggen waar de horizon precies zit. Een waanzinnig mooi gezicht en beschrijft het gebied perfect! Het gebied is adembenemend mooi, met vaak een laag mist die over de swamp zweeft.
Het Bangweulu meer en de omliggende wetland, liggen op een eeuwenoud cratonisch plateau, het North Zambian Plateau. Het meer wordt gevoed zeventien verschillende kleine rivieren, maar het water wordt door slechts een rivier afgevoerd; de Luapula rivier. Het gebied rond het meer overstroomt in het regenseizoen, wat ongeveer duurt van november tot maart. Per jaar valt er ongeveer 1200mm water, maar 90% van het water verdampt. Het gevolg is dat het waterpeil in het midden van het bassin varieert van één tot twee meter, waardoor de vloedlijn tot wel 45 kilometer op- en terugtrekt. Het is deze seizoensgebonden stijging en daling van het overstromingswater dat het leven in de moerassen bepaalt.
Het ecosysteem van Bangweulu is bijzonder rijk en divers. Het meer en de omliggende swamps vormen een waar paradijs voor vogelaars. Zo worden er wel 400 verschillende vogels voor, waaronder een hele bijzonder, daarover later mee. Het is het thuis van de black lechwe, die alleen hier voorkomt, en andere hoefdieren. Ook hebben de hyena en de jackhals het gebied tot hun huis gemaakt. Het meer zit vol met grote krokodillen en tot wel 80 verschillende soorten vis.
De Shoebill
Een wel heel bijzonder bewoner van de Bangweulu Wetlands is de shoebill. Deze prehistorisch-uitziende vogels zijn bijzonder zeldzaam. De shoebill draagt met terecht de titel van moeras koning; ze zijn de grootste fans van grootte, rijke en dichte moerrassen en wetlands. De Bangweulu Wetlands zijn daarom een van de beste plekken ter wereld om deze unieke vogels te zien. De beste manier om ze te spotten is te voet of in een mokorro en is een unieke ervaring die echt op je safari bucket list moet staan.
De shoebill behoort officieel tot de ooievaar familie, maar is eigenlijk meer verwant aan de pelikaan of de reiger. Net als de shoebill, hebben laatste genoemde vogels ook een hoek aan het einde van hun snavel. De snavel van de shoebill kan wel tot 24 centimeter lang en 20 centimeter breed worden, waar ze serieus mee kunnen jagen. De zijkanten van hun snavel zijn vlijmscherp, waar ze makkelijk een grote vis of zelfs een baby krokodil kunnen vangen en doden. Ze mogen dan ook wel bekend staan als ‘dino vogels’, ze hebben prachtige blauwe ogen. Het is dan ook niet raar dat vogelaars graag oog in oog komen te staan met deze fantastische volgens. De shoebill komt niet alleen in Zambia voor, ook in Sudan, Rwanda en Uganda komen ze voor en dan wel hier waar papyrusplanten zijn. Het is een bijzondere ervaring om deze vogels te spotten en van dichtbij te kunnen zien!
De andere bewoners van Bangweulu
Het bijzondere en unieke aan Bangweulu is dat het gebied, het meer en de omliggende wetlands, beschermd worden door de lokale bevolking. Er zijn verschillende Game Management Areas gemaakt en in totaal wonen er zo een 50.000 mensen in het gebied, die het recht behouden om de natuurlijke bronnen duurzaam te oogsten. Het Bangweulu meer is een van de belangrijkste gebieden voor de visindustrie van Zambia. Helaas door jarenlang slecht om te gaan met de natuur, had ervoor gezorgd dat de hoeveelheid vis ernstig terugliep. Daar is verandering in gekomen toen African Parks en de Department of National Parks & Wildlife de leiding overnamen in 2008. Dit heeft ervoor gezorgd dat er een visie werd opgesteld om op zo een duurzaam mogelijke manier het gebied te beschermen en te managen. Met succes! Er moet nog veel werk worden verzet om ervoor te blijven zorgen dat Bangweulu ook voor de volgende generaties voor zien blijven, maar de lokale bevolking neemt nu deel aan en plannen meen aan hun eigen toekomst. Het besef is gekomen dat hun levensonderhoud is gekoppeld aan een bloeiend wetland. Een prachtig initiatief, wat nog een extra lading geeft aan dit gebied.
Kasanka National Park
Vandaag rijden we naar de zuidwestelijke rand van het Bangweulu meer, naar een van Zambia’s kleinste nationale parken. Dit mooie park is maar 450 vierkante meter groot, maar door de aanwezigheid van rivieren, meren, wetlands, bossen en moerasland, komt hier een unieke mix van wilde dieren en vogels voor. We hebben het over Kasanka National Park. Het staat niet bekend om z’n grote hoeveelheid wilde dieren, maar het is zeker een van de meest pittoreske parken van Zambia.
Tot ongeveer tien jaar geleden leek het erop dat Kasanka geen overlevingskansen meer had en helemaal leeg gestroopt zou worden. David Lloyd, een Britse expat die al jaren in Zambia woonde, kon dit niet over zijn hart verkrijgen om het park ten onder te laten gaan. Hij heeft er zijn missie van gemaakt om het park te redden. In de jaren die volgde heeft hij samen met lokale boeren wegen, bruggen en safari kampen gebouwd. Ook heeft hij de Kasanka Trust opgezet om geld in te zamelen om verschillende projecten te kunnen financieren. Al dit harde werk heeft ervoor gezorgd dat de autoriteiten mee zijn gaan helpen om toerisme hier verder te ontwikkelen.
Vandaag de dag, loopt het nog niet over van het wild en is een game drive of wandel safari heel anders dan we hebben gezien in de Luangwa vallei, maar enkele van Zambia’s zeldzaamste vogels en dieren kunnen hier gevonden worden. Het gebied kenmerkt zich door prachtige miombo bossen, moerasbossen, graslanden, floodplains en bushvelden. De dierenpopulatie is weer aan het groeien, waardoor je de kans hebt om verschillende antilopen te zien, van tijd tot tijd een olifant te spotten en honderden verschillende vogels te bewonderen.
De vleermuis migratie
Elk jaar, rond de herfsttijd, is Kasanka National Park het decor van een onwaarschijnlijk fenomeen; de fruit-vleermuizen migratie. Er wordt van gezegd dat het de grootste migratie is van zoogdieren in Afrika, en misschien zelfs van de wereld. Het aantal dieren dat migreert is 5x groter dan de wildebeest migratie in Tanzania en Kenia. Rond 6 uur ’s avonds, wordt de Zambiaanse horizon donkerder wanneer ongeveer acht tot tien miljoen strokleurige fruitbats – herkenbaar aan hun gouden, tawny vacht, grote oranje ogen en de hondachtige gelaatstrekken – de zwoele lucht vullen, op zoek naar hun fruitige ontbijt. Ze keren terug in de vroege ochtend met hun buik vol mango’s en waterberries en proberen overdag te slapen.
Afrikaanse vleermuizen migreren uit alle hoeken van Centraal-Afrika naar de mushitu moerasbossen, langs de Musola en Kasanka rivieren. Overdag, zoeken ze een slaapplaats, kruipend over slapende vrienden, en tjilpen ze voordat ze gaan rusten. Honderden slapende vleermuizen hangen ondersteboven aan een enkele tak – die soms breekt onder het enorme gewicht van de vleermuizen, tot grote vreugde van de krokodillen en slangen die hieronder gretig op wachten. De dieren zijn ook een belangrijk doelwit voor adelaars, die ze halverwege de vlucht of tijdens hun slaap oppikt.
Wanneer januari nadert, vliegen de vliegende honden terug naar Congo, Kasanka vleermuis-vrij achterlatend tot de volgende herfst. Het is van korte duur, maar een ongelofelijk spektakel om van dichtbij te bewonderen.
Met dit bijzondere fenomeen, zijn we aan het einde gekomen van ons bezoek aan het noorden van Zambia. Morgen vliegen we terug naar Lusaka en gaan we op safari in het oudste en grootste nationale park van Zambia. Het belooft weer een onvergetelijk avontuur te worden. Tot dan!